Gehoor
Met een gehoorprobleem wordt (leren) spreken en luisteren moeilijker. In de logopedie worden er adviezen gegeven over het omgaan met een (tijdelijk) verminderd gehoor.
Mondfuncties
Bij afwijkend mondgedrag gaat het over:
- het duim- en vingerzuigen of op een speen zuigen.
- open mondgedrag, altijd door de mond ademen.
- foutieve mondgewoonten zoals liplikken, lipzuigen en nagelbijten.
- een afwijkende tongligging in rust, onder in de mond en daardoor afwijkend slikken en of spreken, beter bekend
als slissen.
Voorafgaande aan het traject naar een orthodontische beugel kan de logopedie veel betekenen. Het effect van de beugel krijgt dan een blijvend resultaat, omdat logopedie de spierfuncties rondom de mond traint.